Meer transparante en toegankelijke notariskosten bij aankoop van een onroerend goed?

Voor de meeste authentieke akten, maar ook voor andere diensten of formaliteiten in verband met een akte, passen notarissen gereglementeerde honoraria toe die zijn vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 16 december 1950. Deze honoraria werden sinds december 1980 niet meer herzien.

Het notariaat heeft met betrekking tot deze honoraria dus gedurende 40 jaar geen aanpassingen doorgevoerd.

Het Prijzenobservatorium (FOD Economie) heeft een financiële analyse gemaakt van de notariële sector in België en in april 2021 geconcludeerd dat de reglementering van de honoraria achterhaald is, omdat de gereglementeerde honoraria geen rekening hielden met de maatschappelijke evolutie van de notariële activiteit.

Het Observatorium was derhalve van mening dat het interessant was de samenhang te onderzoeken tussen de hoogte van de honoraria, gereglementeerd en niet-gereglementeerd, en de huidige kosten van de notaris, rekening houdend met het feit dat het notariaat sinds 1980 aanzienlijk is veranderd door de informatisering, de administratieve vereenvoudiging en de digitalisering, waardoor de productiviteit van de notaris erop is vooruit gegaan.

Specifiek op het gebied van de verkoop van onroerend goed is uit de studie gebleken dat de honoraria van notarissen voor verkooptransacties sneller zijn gestegen dan de algemene inflatie als gevolg van de sterke stijging van de vastgoedprijzen en de toename van het aantal transacties.

Wat is het gevolg van deze studie?

Op 25 februari 2022 heeft de ministerraad een ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het huidige besluit betreffende de honoraria van notarissen goedgekeurd, teneinde dit aan te passen aan de maatschappelijke ontwikkelingen en meer transparantie te bieden.

Momenteel zijn de kosten voor een onderhandse verkoop van een onroerend goed proportioneel en degressief per schijf (ze dalen naarmate het totale bedrag van de verkoop stijgt).

Kopers moeten notariskosten en administratiekosten betalen voor zowel de koop- als de kredietakte.

De administratieve kosten dekken de kosten van de notaris voor de wettelijk verplichte opzoekingen (fiscale, stedenbouwkundige, kadastrale, hypothecaire, bodemkundige, syndicus- en andere opzoekingen) en de daaruit voortvloeiende kosten (afschriften, attesten, enz.).

Vandaag worden de administratieve kosten vrij door de notaris bepaald.

Notarissen rekenen “algemene kosten” aan die een bijdrage vormen in de algemene kosten van hun kantoor. Deze praktijk valt niet goed te rijmen met de vaste wettelijke honoraria en kan dan ook als een verkapte vorm van honoraria gezien worden.

De hervorming moet op 1 januari 2023 in werking treden.